Op de dinsdagen 5 en 12 maart 2013 vertelde ik verhalen aan de kinderen van twee groepen 3, twee groepen 4 en één groep 4/5.
Het thema was ‘dieren’. In de groepen 3 ging het in één verhaal over de muis Frederick. Ooit door Confucius geschreven en later door Leo Lionni bewerkt voor jonge kinderen. Dat ene muisje Frederick dat geen granen of nootjes verzamelde zoals zijn vriendjes, maar kleuren en zonnewarmte en woorden ‘voor als de winter lang en koud is, grauw en grijs en we niet meer weten waar we over moeten praten…’.
Ik vind het zelf zó’n mooi gegeven dat je de kwaliteiten gebruikt die je hebt, ook al doe je daardoor iets anders dan andere mensen vinden dat je zou moeten doen… Met het vertellen van verhalen kreeg ik ook wel eens de reactie: ‘Maar wat voor wérk doe je dan?’
Dat hoor ik gelukkig nooit meer.
In de groepen 4 en 4/5 vertelde ik de mythe van Pegasus – het vliegende paard. Op een gegeven moment vertelde ik dat de vleugels van Pegasus aan de buitenkant zo satijn zacht waren als de veertjes van een kuikentje. Ik vroeg wie er wel eens een kuikentje had gevoeld. Tot mijn grote verbazing waren er in alle 3 de groepen geen kinderen die nog nooit een kuikentje hadden gevoeld…Ze vertelden er allemaal even enthousiast over – dat een kuikentje toch wel echt het zachtste was wat ze ooit hadden geaaid.
Misschien komt het omdat deze kinderen in Valkenswaard wonen, waar misschien meer mensen nog kippen en kuikentjes hebben dan in Eindhoven, waar ik woon.
Ik vroeg wie er ook een dag had gelopen zoals de Prins Bellerophon, de eerste en enige mens die ooit op Pegasus heeft meegevlogen. Eén jongetje vertelde dat hij ook een dag had gelopen ‘Wel twee uur!’ Een aantal kinderen vertelden dat hun Opa helemaal naar Spanje was gelopen in een paar maanden tijd en er waren ook kinderen die een wandelvakantie met hun ouders hadden gemaakt met rugzak op!
Het interactief vertellen was in de meeste groepen de fijnste manier om te vertellen voor mij en de kinderen. Ze voelden zich zo sterk betrokken bij het verhaal had ik het idee.
Na afloop van het verhaal zei een meisje dat ze een film had over het vliegende paard Pegasus. Ze zou de film mee naar school nemen. Ik vertelde aan de kinderen dat ze nu allemaal hun eigen film van het verhaal in hun hoofd hebben. En iedere film zal er anders uitzien. Ze gaan beelden uit de film in hun hoofd op papier zetten en er komt een tentoonstelling van alle tekeningen en knutsels.